Geetway Drieslinter
© RL Zuid-Hageland
Op 27 mei 1878 opende het station van Drieslinter zijn deuren. In de beginjaren stond het bekend als Neerlinter of Neer-linter, totdat de naam in 1912 officieel werd veranderd naar Drieslinter. Het station bood ruimte aan drie reizigerssporen, vijf rangeersporen, een aansluitspoor naar de opslagplaats, een stationsgebouw, een woning voor de stationschef, een loods voor spoorleggers, een goederenmagazijn met verhoogde loskade, en een seinhuis aan de Stationsstraat.
Tijdens de operationele jaren van het station passeerden hier twee spoorlijnen: spoorlijn 22 van Tienen naar Diest en spoorlijn 23 van Drieslinter naar Tongeren. Deze lijnen werden uitsluitend bereden door stoomlocomotieven, vaak groen geverfd om zo min mogelijk op te vallen in het landschap. Vanuit Drieslinter vertrokken zowel goederen- als reizigerstreinen. De goederentreinen reden tot naast de loskade, die verhoogd was om het laden en lossen te vergemakkelijken. Lokale boeren brachten hun producten, zoals bieten en fruit, met paard en kar naar het station, waar deze goederen werden verzameld voor transport naar onder andere de suikerfabriek van Tienen en regionale stroopfabrieken.
Na tachtig jaar trouwe dienst werd het reizigersverkeer op 1 juni 1958 beëindigd, en in 1967 stopte ook het goederenvervoer. Hiermee viel het doek voor station Drieslinter. Sinds de sluiting is er veel veranderd: het stationsgebouw werd gesloopt en vervangen door een nieuw woonhuis, waarvan alleen de funderingen van het originele gebouw behouden bleven. De sporen werden verwijderd, en op het oude tracé is nu een fietspad aangelegd dat Diest en Tienen met elkaar verbindt. Vandaag herinneren enkel de straatnamen, het seinhuis aan de Stationsstraat en de loskade aan het rijke spoorverleden van Drieslinter.
Foto: Overblijfsel van de loskade
Ces charmantes haltes sont un clin d'œil au passé ferroviaire de la région et offrent un lieu de pause attractif.
La gare de Drieslinter a ouvert ses portes le 27 mai 1878. Dans les premières années, il était connu sous le nom de Neerlinter ou Neer-linter, jusqu'à ce que le nom soit officiellement changé en Drieslinter en 1912. La gare offrait de l'espace pour trois voies voyageurs, cinq voies de manœuvre, une voie de liaison avec l'entrepôt, un bâtiment de gare, une maison pour le chef de gare, un hangar pour les poseurs de voies, un entrepôt de marchandises avec quai de déchargement surélevé et une cabine de signalisation. dans la Stationsstraat.
Pendant les années d'exploitation de la gare, deux lignes ferroviaires passaient ici : la ligne ferroviaire 22 de Tienen à Diest et la ligne ferroviaire 23 de Drieslinter à Tongres. Ces lignes étaient exploitées exclusivement par des locomotives à vapeur, souvent peintes en vert pour se fondre le moins possible dans le paysage. Les trains de marchandises et de voyageurs sont partis de Drieslinter. Les trains de marchandises circulaient à côté du quai de déchargement, qui avait été surélevé pour faciliter le chargement et le déchargement. Les agriculteurs locaux apportaient leurs produits, tels que les betteraves et les fruits, à cheval et en charrette jusqu'à la gare, où ces marchandises étaient collectées pour être transportées, entre autres, vers la sucrerie de Tienen et les siroperies régionales.
Après quatre-vingts ans de bons et loyaux services, le trafic de passagers prend fin le 1er juin 1958 et le transport de marchandises s'arrête également en 1967. Cela a fait tomber le rideau sur la gare de Drieslinter. Beaucoup de choses ont changé depuis la fermeture : le bâtiment de la gare a été démoli et remplacé par une nouvelle maison, dont seules les fondations du bâtiment d'origine ont été conservées. Les voies ont été supprimées et une piste cyclable a désormais été construite sur l'ancienne route qui reliait Diest à Tienen. Aujourd'hui, seuls les noms de rues, le poste de signalisation de la Stationsstraat et le quai de déchargement nous rappellent la riche histoire ferroviaire de Drieslinter.
These charming rest stops are a nod to the region's railway past and offer an atmospheric place to stop for a while.
Diese charmanten Rastplätze sind eine Anspielung auf die Eisenbahnvergangenheit der Region und bieten einen attraktiven Ort für eine Pause.
Der Bahnhof Drieslinter wurde am 27. Mai 1878 eröffnet. In den Anfangsjahren war es als Neerlinter oder Neer-linter bekannt, bis der Name 1912 offiziell in Drieslinter geändert wurde. Der Bahnhof bot Platz für drei Personengleise, fünf Rangiergleise, ein Verbindungsgleis zum Lager, ein Bahnhofsgebäude, ein Wohnhaus für den Bahnhofsvorsteher, eine Halle für Gleisleger, ein Güterlager mit erhöhtem Entladekai und ein Stellwerk in der Stationsstraat.
Während der Betriebszeit des Bahnhofs verliefen hier zwei Bahnlinien: die Bahnlinie 22 von Tienen nach Diest und die Bahnlinie 23 von Drieslinter nach Tongeren. Diese Strecken wurden ausschließlich mit Dampflokomotiven betrieben, die oft grün gestrichen waren, um sich möglichst wenig in die Landschaft einzufügen. Sowohl Güter- als auch Personenzüge fuhren von Drieslinter ab. Die Güterzüge verkehrten neben dem Entladekai, der zum leichteren Be- und Entladen erhöht worden war. Lokale Bauern brachten ihre Produkte wie Rüben und Obst mit Pferdefuhrwerken zum Bahnhof, wo diese Waren abgeholt und unter anderem zur Zuckerfabrik Tienen und zu regionalen Sirupfabriken transportiert wurden.
Nach achtzig Jahren treuer Dienste wurde am 1. Juni 1958 der Personenverkehr eingestellt und 1967 auch der Güterverkehr eingestellt. Damit fiel der Vorhang für den Bahnhof Drieslinter. Seit der Schließung hat sich viel verändert: Das Bahnhofsgebäude wurde abgerissen und durch ein neues Haus ersetzt, von dem nur die Fundamente des ursprünglichen Gebäudes erhalten blieben. Die Gleise wurden entfernt und nun wurde auf der alten Trasse, die Diest und Tienen verbindet, ein Radweg gebaut. Heute erinnern uns nur noch die Straßennamen, das Stellwerk an der Stationsstraat und der Entladekai an die reiche Eisenbahngeschichte von Drieslinter.
