Op 27 mei 1878 werd het station van Drieslinter geopend. Dit station werd tot 1912 als Neerlinter of Neer-linter aangeduid, waarna de naam veranderde in Drieslinter.
Het station was zeer uitgestrekt. Het bood plaats aan drie reizigerssporen, vijf rangeersporen, een aansluitspoor naar de opslagplaats, een stationsgebouw, de woning voor de stationschef, een loods voor spoorleggers, een goederenmagazijn met verhoogde loskade en een seinhuis aan de Stationsstraat. De langgerekte zitbank verwijst hiernaar.
De goederentreinen werden tot vlak naast de loskade gereden. Om het laden en lossen te vergemakkelijken werd deze loskade verhoogd en met een hellend vlak ingericht. De op te halen goederen werden door de lokale boeren met paard en kar op het aangrenzende stationsplein geleverd. De goederen werden verzameld tot het er voldoende waren om een trein te vullen. De goederen bestonden vooral uit bieten en allerlei soorten fruit (zie algemeen).
Sinds de sluiting van het station in 1967 zijn er heel wat veranderingen gebeurd aan de plaats. Het stationsgebouw werd afgebroken en in plaats daarvan werd er een nieuw woonhuis gebouwd. Hierbij zouden wel de funderingen van het stationsgebouw bewaard gebleven zijn. De sporen werden stapsgewijs uitgebroken en op de spoorwegbedding werd een fietsnetwerk aangelegd dat Diest en Tienen met elkaar verbindt. Behalve de straatbenamingen die nog wijzen op het spoorverleden van deze plaats, zijn enkel het seinhuis op de Stationsstraat en de loskade bewaard gebleven.