Kan je het landbouw bedrijf ‘De Vaerendriesch’ omschrijven?
Jarno: Wij zijn een familiebedrijf en hebben wit-blauw dubbeldoelrunderen, het lokale Brabantse ras. Van hen verkopen we melk (en ijs!) en vlees in korte keten. We hebben ook schapen, en een stukje van onze gronden in akkerbouw. Tot slot doen wij met onze runderen ook aan natuurbeheer. Momenteel werken we met twee generaties in het bedrijf.
Welke evoluties zijn er in het bedrijf?
Jarno: Wij streven ernaar om als landbouwbedrijf zo veel mogelijk autonoom te zijn. Zo produceren we maximaal ons eigen voeder voor de koeien, waarin gras-kruidenmengsels centraal staan. Door dit uitgangspunt moeten we minder voeder en meststoff en aankopen. We werken natuurinclusief. Momenteel bekijken we hoe we de weilanden optimaal kunnen inrichten. Welke mengsels van grassen, kruiden en vlinderbloemigen werken het best? Op vlak van akkerbouw zullen we in de toekomst korte keten producten telen. Dit jaar hebben we al bioaardappelen gezet. En tot slot wil ik graag nog meer hagen en bomen aanplanten.
In het project ‘biodivers rantsoen voor runderen’ heb je, samen met ons, verschillende graskruidenmengselsop een perceel uitgetest. Hoe ga je hier in de toekomst mee verder?
Jarno: We hebben een groot akkerperceel omgezet naar grasland, waarop we 4 verschillende mengsels van grasklaver- kruiden hebben ingezaaid. Met de 4 mengsels kwamen we tot goede resultaten, naar opbrengst en droogteresistentie. In ieder geval past gewoon gras zaaien echt niet meer in ons bedrijfssysteem. Als je ziet wat voor opbrengst wij halen met de gras-kruidenmengsels! Ik moet zeggen, er is wel een groot verschil tussen verschillende mengsels en het is belangrijk om te weten welk mengsel goed werkt en welk minder. Droogteresistentie is bijvoorbeeld een heel belangrijk criterium. Bepaalde grassen en klavers kunnen veel beter tegen de droogte dan anderen. Daarnaast wordt door de mengsels de voederwaarde van de weide ook verhoogd.
Je percelen zijn ook opgesplitst in kleinere blokken. Wat is daar de motivatie voor?
Jarno: We doen nu aan wat men noemt ‘stripbegrazing’ in stroken van 25 are, om maximale groei uit onze grassen te halen. Na de melkbeurt krijgen de koeien een ander perceel. Ze grazen dus heel kort op een strook, en daardoor is er snelle hergroei. Zelfs in droge jaren zie je dat de percelen groen blijven! Door dit systeem hebben we in één wei altijd gras van verschillende lengtes. Die variatie komt ook de natuur ten goede.
Naast experimenteren met gras-kruidenmengsels, heb je met het regionaal landschap ook bomen in de weiden aangeplant. Wat was je motivatie daarvoor?
Jarno: Voor mij was het heel belangrijk om schaduw te creeren voor de dieren. Daarnaast houden de boomwortels de grond vast, is de boom een nutriëntenpomp… en in droge zomers gaan de koeien ook eten aan de bomen. Bomen zullen het voeder nooit helemaal vervangen, maar zijn dan wel een mooie aanvulling. Voor mij passen bomen in een goed landbouwlandschap, mits je de juiste boom op de juiste plaats plant. Zo hebben we de bomenrijen aangeplant op de plaats waar die zoveel mogelijk voordelen hebben maar ook niet in de weg staan tijdens het maaien bijvoorbeeld.
Wat is je ervaring van de samenwerking met het regionaal landschap?
Jarno: Als boer kennen wij onze gronden en weten wij hoe we die moeten beheren. Maar we hebben ook niet alle kennis, en daarvoor is het advies van het regionaal landschap heel nuttig. We weten meestal waar we naartoe willen met ons landbouwbedrijf, maar laten ons op die weg graag bijstaan door het regionaal landschap. Ik heb bijvoorbeeld zelf geen tijd om uit te zoeken welke bomen we best kunnen aanplanten. Naast de kennis is ook de opvolging door het regionaal landschap een grote meerwaarde voor ons. In de toekomst wil ik trouwens graag nog meer hagen aanplanten en in ieder geval meedoen met projecten die interessant zijn voor ons natuurinclusief bedrijf.
Waar hoop je nog op voor de toekomst van De Vaerendriesch?
Jarno: Ik wil graag kijken naar wat zowel natuur als landbouw vooruit helpt. Ik hoop een bepaalde natuurwaarde te kunnen creëren in landbouwgebied, en tegelijk een economisch rendabel landbouwbedrijf te hebben. Door in te zetten op een lokale, natuurinclusieve boerderij die helemaal op zichzelf kan draaien, wil ik bewijzen dat natuur en landbouw kunnen samengaan!