Door het verhogen van het waterpeil en de beekbodem willen we het drainerende effect van diepe zijbeken tegen gaan. Dit resulteert in een verhoging van het grondwaterniveau, wat zeer goed is in tijden van droogte. Daarnaast zal op sommige locaties het water ook vertraagd afgevoerd worden, wat de wateroverlast stroomafwaarts kan verminderen.
Deze maatregelen kaderen binnen actie 2-3-5-6 van het project Water+Land+Schap 'Wet Nature deVELPment'.
We plaatsen drempels op de bodem van de waterloop. Deze drempels kunnen ofwel bestaan uit houten schotten, ofwel uit natuurlijk hout (boomstammen). Het water stuwt bovenstrooms van de drempel op en vertraagt. Dit zorgt voor afzetting van sediment ('bezinksel'), wat leidt tot een geleidelijke verhoging van de beekbodem. Door het hellend landschap worden drempels vaak in een reeks achter elkaar geplaatst. We houden rekening met verschillende factoren, zo verloopt het bodempeil over de gehele projectlengte gelijkmatig. Het ontwerp van de drempels (hoogte en gemiddelde tussenafstand) werd gemaakt op basis van volgende randvoorwaarden:
In de beken waar verwacht wordt dat er niet voldoende sediment aanwezig is voor passieve beekbodemverhoging, zal er grond gemengd met stortsteen gestort worden.
Bij de Kleine Vondelbeek zal de monding van enkele zijgrachten gedempt worden met een aarden wal om de veenlaag in het bos nat te houden en te vermijden dat het grondwater weggevoerd wordt.
Bij de Moergracht zal een meandergordel gegraven worden, en zal de nieuwe loop minder diep gelegd worden. Daarnaast zal door een natuurlijke dijkconstructie met regelbare knijpfunctie dit zijvalleitje op termijn ingezet kunnen worden voor waterberging om wateroverlast stroomafwaarts tegen te gaan.
Bierbeek: Kleinbeek (1)
Boutersem: Kleine vondelbeek (2), Beek zonder naam/WVBOU-92 (3), Moergracht (4)
Glabbeek: Binkombeek (5)
Kortenaken: Kapellebeek (6), Kattebeek (7), Beek 3088 (8), Beek zonder naam/WVKTN-162(9)
Halen: Bosbeek (10), Ketelbeek (11)
Kaart: klik op de locaties en ontdek de maatregelen.