Gebiedsgerichte werking in de Velpevallei
Met dertien concrete maatregelen zetten we als gebiedscoalitie tussen 2022 en 2025 grote stappen in de goede richting om deze ambities waar te maken. De acties kaderen binnen het programma Water+Land+Schap ‘Wet Nature deVELPment’, met financiële steun van Europa.
Uiteraard reikt onze ambitie verder en zullen we ons blijven inzetten voor een leefbare, levendige Velpevallei voor iedereen.
We willen de natuurlijke sponswerking van de Velpevallei herstellen. Twee plannen helpen om deze ambitie te vertalen naar doeltreffende acties op het terrein.
Een eerste plan is het masterplan bovenstroomse waterberging. Na de overstromingen van juli 2021 voerden de hydrologen van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) een studie uit in een deel van de vallei. Daaruit bleek al dat het risico op waterellende verkleint door het water meer ruimte te geven. Binnen dit plan kijken we echter ook naar het stroomopwaartse deel van de waterloop dat geen onderdeel uitmaakte van de VMM-studie. We nemen hierbij ook de zijlopen van de Velpe mee. Met dit plan in de achterzak kunnen we samenwerkingen met eigenaars aangaan en focussen op prioritaire zones om water in de hele vallei meer ruimte te geven en zo de druk stroomafwaarts te verkleinen.
Daarnaast stellen we een aangepast, klimaatrobuust gedragen beheerplan op voor de 2e en 3e categorie waterlopen stroomopwaarts. Dit plan voorziet in acties om het water, op plekken waar dit niet voor overlast zorgt, rustig in de grond te laten sijpelen. Dit is meteen een efficiënte maatregel om droogte tegen te gaan en de grondwaterstanden aan te vullen. Kaartstudies, overleg en workshops waarbij we ook terreinploegen en omwonenden betrekken, leiden tot een praktisch uitvoerbaar beheerplan.
Bij de opmaak en uitvoer van beide plannen betrekken we iedereen die actief is in de Velpevallei, waaronder natuurorganisaties, waterbeheerders, overheden, grondeigenaars en landbouwers. De plannen worden afgerond in 2025. Deze actie kadert binnen het Water+Land+Schapsproject ‘Wet Nature deVELPment’, met financiële steun van Europa.
De Kleine Vondelbeek is een van de zijbeken van de Velpe, in het stroomopwaartse deel van de vallei (Boutersem). De werken richten zich op het vertragen van de waterafvoer. Hierdoor sijpelt er meer water in de bodem. Dit is goed voor de landbouw en omwonenden, maar komt ook de biodiversiteit ten goede.
De kleine werken, gelegen in een groene zone tussen de Steenweg N3 en de Brugstraat, omvatten het verhogen van de bodem van de Kleine Vondelbeek en het plaatsen van stroomdeflectoren. Dat zijn kleine hindernissen in de waterloop, zoals eilandjes of boomstronken. Zo ontstaat er variatie qua stroomsnelheid, gaat de beek vanzelf een beetje meanderen en krijgen waterplanten en -dieren de kans om zich te vestigen. Achter de kleedkamers van de lokale korfbalclub verwijderen we over een lengte van zo’n 30 meter de beschoeiing (oeverbescherming).
Daarnaast verhogen we het waterpeil, en herstellen we kwelwatergebieden en een veenbos, een in Vlaanderen zeldzaam natuurtype. Stroomopwaarts de spoorweg gaan we bekijken hoe we de verdroging van de vallei tegen kunnen gaan.
Deze actie kadert binnen het Water+Land+Schapsproject ‘Wet Nature deVELPment’, met financiële steun van Europa.De werken sluiten bovendien aan bij het Blue Deal-project ‘Groenblauwe dooradering in de bebouwde ruimte’ van de gemeente Boutersem, dat inzet op ontharding in de bebouwde kom.
De Moergracht is een waterloop in het bovenstroomse gedeelte van de vallei van de Velpe, in de gemeente Boutersem. Het gebiedje ten noorden van de steenweg N3 kreeg een ruimtelijke herbestemming van woonzone naar ruimte voor water. Eerder zette de gemeente al stappen om het valleigebied in te richten als natuurlijke waterbergingszone.
Dit toekomstige stukje natuur ligt vlakbij de dorpskern van Roosbeek, en leent zich perfect om water te bufferen en zo deze deelgemeente van Boutersem en meer stroomafwaarts gemeenten van waterellende te vrijwaren. Dit helpt meteen om verdroging voor natuur en landbouw tegen te gaan en de grondwaterstanden aan te vullen. Na afronding van de werken, zal deze zone zo’n 900 m³ water kunnen bergen.
We verlengen de waterloop door meanders aan te leggen tussen de Oude Baan en de N3 en verhogen de beekbodem. Een landschappelijk geïntegreerde dijkconstructie helpt om het water langer op te houden. Er gaat ook de nodige aandacht naar het herstel van de biodiversiteit in dit stukje Velpevallei. Denk daarbij aan een biodiverse graslanden, kleine landschapselementen en waterrijke leefgebieden zoals poelen.
Om iedereen te laten meegenieten van dit mooie stukje natuur, maken we de vallei toegankelijk voor recreanten.
De werken vinden plaats in 2024. Deze actie kadert binnen het Water+Land+Schapsproject ‘Wet Nature deVELPment’, met financiële steun van Europa. Daarnaast koppelen we het project ook aan een rioleringsdossier van Fluvius, Aquafin en AWV, met steun vanuit de VMM, zodat er zuiver water door de Moergracht stroomt.
In de vallei van de Velpe komen enkele vismigratieknelpunten voor, die maken dat vissen zich niet door de hele waterloop kunnen verplaatsen. Dit is nochtans belangrijk om gezonde populaties te bekomen. Deze acties kaderen dan ook in het versterken van de biodiversiteit in de Velpevallei. Tegelijkertijd dragen ze bij aan de vertraagde afvoer van water om verdroging en wateroverlast tegen te gaan.
Aan het kasteel van Kwabeek in Boutersem verhindert de watermolen op de Velpe de passage van vissen. Een bestaande nevengeul van zo’n 70 meter kan gebruikt worden als ‘bypass’. Daarvoor zijn enkele werken nodig. Na het verwijderen van de aanwezige beplanting, zullen we de bestaande bypass herprofileren en uitdiepen en oeverversteviging aanbrengen.
Even verderop op de waterloop, nog steeds in de gemeente Boutersem, verhindert een verval van 2 meter aan de Kwademolen de vismigratie stroomopwaarts. Na werken in de zomer van 2022, richt fase 2 zich op een verbindingsgracht tussen de Grote Vondelbeek en de Velpe. We voorzien deze achter de parking langs de Leuvensesteenweg. Aan de monding in de Velpe loopt de verbindingsgracht via een koker onder een fietspad door. Het water wordt vertraagd via micromeandering (bv. het nemen van ‘happen’ grond uit een oever om deze aan de overkant neer te leggen) en de creatie van een pool-riffle effect, een afwisseling van diepe ondiepe plaatsen in de beekbedding.
In Kerkom (een deelgemeente van Boutersem) verhindert een verval van 2 meter aan de stuw van de Breisemmolen (ook wel Bijvoordemolen) de doorgang van vissen. Dit lossen we op door een nieuwe gracht te graven die een bestaande gracht op het diepste punt van de vallei verbindt met de Velpe, in samenwerking met Agentschap Natuur en Bos. Zo kan deze dienen als bypass langs dit knelpunt.
Door de natuurlijke structuur van enkele over-gedimensioneerde zijbeken van de Velpe in Kortenaken te herstellen, wordt het water hier trager afgevoerd. Zo krijgt het water meer ruimte op plaatsen waar dit niet voor overlast zorgt, wat helpt om de verdroging van de Velpevallei tegen te gaan door meer infiltratie in de bodem. Tegelijkertijd verkleint de kans op waterellende.
Een studiebureau zal in 2023 en 2024 bepalen om welke maatregelen het concreet zal gaan en zal de impact op het watersysteem bepalen. Voorbeelden zijn het verlagen van oeverwallen, het verhogen van de beekbodem op bepaalde plekken, micromeandering met de ‘hapjesmethode’ (een hapje grond uit een oever nemen en aan de overkant neerleggen om zo kleine bochten te creëren) en het plaatsen van stroomdeflectoren. Dat zijn kleine hindernissen in de waterloop, zoals eilandjes of boomstronken. Stuwen en schanskorven zullen helpen om de beekbodem vast te leggen en te verhogen, en zo erosie tegen te gaan.
We voeren deze werken uit op locaties waar de beek zeer diep uitgesneden is in vergelijking met het water wat erdoor stroomt en de referentie-beekbodemdiepte uit 1950. Op de Kapellebeek, de Kattebeek, de bovenloop van de Spoelbeek werden geschikte locaties gevonden, waar dit niet tot overlast zal zorgen. Deze actie zal o.a. wateroverlastproblemen in de Beekstraat en bij een fruitteler langs de Spoelbeek reduceren.
Uit een analyse van kaarten blijkt dat grote gebieden in de zijvalleien en aan de bovenloop van de Velpe vroeger regelmatig overstroomden, maar dat dit in recentere tijden niet meer het geval is. Door een uitgebreid drainagestelsel en een verandering in het landgebruik, verplaatsten deze overstromingen zich naar stroomafwaartse gebieden. Dit zorgt voor wateroverlast stroomafwaarts en voor verdroging in de bovenstroomse valleidelen.
Er werden locaties geselecteerd door de waterbeheerder waar zijbeken zeer diep liggen (soms wel 3 meter) ten opzichte van de referentie-beekbodemdiepte (1950) en de hoeveelheid water dat hierdoor stroomt, maar waar geen overlast verwacht wordt. Deze diep uitgesneden beken ontwateren het omliggende landschap en werken zowel droogte als waterellende stroomafwaarts in de hand. Een studiebureau zal bepalen welke maatregelen voor elke locaties concreet uitgevoerd zullen worden en wat de hydrologische impact hiervan zal zijn. Voorbeelden zijn visvriendelijke schotten en micromeandering in gang zetten.
Indien er nog budget over is, gaat dit naar het stimuleren van de ontwikkeling van waterplanten in de grachten, die een positieve invloed hebben op het zelfreinigend vermogen van de waterloop. Ook zal er in tweede instantie gekeken worden naar baangrachten en perceelgrachten.
Beekvalleien zijn ontzettend waardevol als blauw-groene verbindingen en leefgebieden voor heel wat dieren en planten. Om de biodiversiteit in de Velpevallei een boost te geven, gaan we aan de slag in twee deelgebieden. Deze maatregelen hebben ook een positieve invloed in de strijd tegen erosie en het streven naar een meer klimaatbestendige vallei.
In het bovenstroomse deel van de vallei nemen we brongerichte maatregelen, die helpen om het water hier langer vast te houden en watergebonden leefgebieden te herstellen, zoals poelen en kwelgrachten. We zetten ook zo’n 20 ha hellende, erosiegevoelige akkers om naar soortenrijke graslanden in ruilverkavelingsgebied. Deze graslanden op de hellingen vertragen de waterafvoer, bevorderen de infiltratie en verhogen de kwaliteit van het oppervlaktewater. De graslanden, die een passend beheer krijgen, helpen tevens om de biodiversiteit te versterken.
In het middenstroomse deel focussen we op waterberging, een vertraagde waterafvoer en herstel van de valleifunctie. Deze werken richten zich op het verbeteren van leefgebieden die gebonden zijn aan grondwater, zoals dottergraslanden, kalkmoerassen, veen en veenbossen. Veen slaat veel CO? op, dat langs de andere kant bij verdroging ervan vrijkomt.
Tot de mogelijke maatregelen behoren de aanleg en het herstel van waterrijke leefgebieden en het herstellen van de natuurlijke beekstructuur van zijwaterlopen van de Velpe, met focus op de Grote Vondelbeek (Boutersem – omgeving Snoekengracht) en de Vloedgracht (Bierbeek – omgeving Molensteen). Daarnaast werken we binnen een pilootproject in de deelgebieden Paddepoel en/of Heibos rond het ontmantelen van drainagesystemen, die in de hele Velpevallei voorkomen, na het uitvoeren van een voorstudie.
Tussen 2023 en medio 2026 werkt de gebiedscoalitie van de Velpevallei aan een meer natuurlijke Velpevallei die bestand is tegen klimaatstootjes. We zetten hierbij ook in op een communicatieplan, zowel voor interne als externe communicatie. Zo vergroten we het draagvlak voor dit project en leren meer mensen, zowel buurtbewoners als wandelaars van verder weg, de Velpevallei kennen.
We zetten hierbij ook in op sensibilisatie, waarbij we de samenhang tussen de klimaatverandering en extreme droogte en overstromingen duiden én het belang en de typerende kenmerken van de Velpevallei onder de aandacht brengen.
De communicatie loopt onder meer via artikelen, sociale media en info- en ledenbladen van alle partners, waaronder de gemeentelijke infobladen. Daarnaast plannen we evenementen, cursussen en wedstrijden voor het brede publiek. Persberichten en persmomenten brengen mijlpalen binnen het Water+Land+Schapsproject ‘Wet Nature deVELPment’ onder de aandacht.
Concrete initiatieven:
In het stroomafwaartse deel van de Velpevallei, in Glabbeek, Kortenaken en Halen, zijn veel fruittelers actief. Het gaat om laagstamplantages met peer en appel. Telers lijden onder de droogte, die zorgt voor kleiner fruit en het afsterven van jonge bomen. Ook wateroverlast speelt hen parten. Doordat de telers veel met machines werken, is de bodem compacter en kan er minder water in de grond sijpelen.
Binnen deze actie onderzoeken we hoe we de waterinfiltratie in deze fruitpercelen kunnen verhogen. We vertrekken vanuit de onderzoeksresultaten van het project ‘Waterproof Vlaanderen’ en testen maatregelen uit op drie hellende percelen, telkens in twee stroken. Daarnaast willen we de bodemkwaliteit verbeteren, de biodiversiteit in de plantages verhogen en erosie in de rijsporen tegengaan.
De maatregelen die we mogelijks uittesten, zijn het aanbrengen van sleuven in de zwartstrook, het aanbrengen van prikgaten in de rijstroken, het aanplanten van een bodembedekker in de zwartstrook, de aanplant van gemengde hagen aan de perceelranden en de aanleg van wadi’s of poelen.
Als deze maatregelen effectief blijken te zijn, zoeken we projectmiddelen om ze zo snel mogelijk bij de doelgroep toe te passen. We maken daarbij een gebiedsanalyse om te kijken waar de hellende fruitpercelen liggen, waar ze gedraineerd zijn, welke percelen gevoelig zijn aan erosie, overstroming of droogte, en welke percelen gerooid en heraangeplant worden. Proefcentrum Fruit volgt de deelnemende fruittelers op en staan hen bij met advies.
Weidevogels staan onder grote druk. In de Velpevallei fungeert de wulp als ambassadeur voor andere soorten. Zo’n tien koppeltjes vinden tot nu toe naar schatting elk jaar hun weg naar de uitgestrekte riviergraslanden in de vallei. Je vindt hem in de hele vallei, van Boutersem tot Halen, met een zwaartepunt in de middenloop van de Velpevallei in Tienen en Glabbeek (omgeving Paddepoel). De afgelopen decennia ging de wulp sterk achteruit in Vlaanderen, en ook in de rest van Europa. Deze tien koppeltjes vormen een groot percentage van de totale Vlaamse broedpopulatie.
Weidevogels zoals de wulp hebben nood aan gerichte maatregelen wat bescherming en natuurbeheer betreft. Uit onderzoek blijkt dat ze het vooral slecht doen door het verdwijnen van geschikt broed- en leefgebied en een te laag broedsucces.
Natuurpunt Studie, met steun van Regionaal Landschap Zuid-Hageland, zal daarom inzetten op twee acties:
Nestbescherming om het broedsucces te verhogen: de wulp broedt vaak in hooilanden met hogere vegetatie. Doordat ze zo verborgen leven, is het moeilijk om hun nesten te vinden. We zetten sterk in op het lokaliseren en monitoren van de nesten. Met elektrische rasters, een techniek die reeds succesvol bleek, beschermen we de nesten en jongen tegen roofdieren en (onopzettelijke) vernietiging door mensen.
Verbetering broed- en foerageergebieden: we geven input aan beheerders voor inrichting en beheer op het terrein, in functie van de wulp. Zo bekijken we het huidige beheer van de graslanden en sturen bij waar wenselijk. Een goed beheer op maat is noodzakelijk om de lokale broedpopulatie te versterken. Het gaat daarbij onder meer over vernatting en de creatie van ‘plasdras-situaties’ met een gezonde bodemfauna. Een plas-dras grasland staat in natte periode, zoals de winter, onder water. Daardoor is de bodem zacht en kunnen wulpen en andere weidevogels er volop wormen en ander voedsel vinden, zonder gestoord te worden door roofdieren.
Deze actie loopt in 2023 zonder financiële steun van het Water+Land+Schapsproject ‘Wet Nature deVELPment’, maar sluit er wel op aan.
Om de vallei van de Velpe open te stellen en mensen meer vertrouwd te maken met dit prachtig stukje Vlaanderen, ontwikkelen we een Velpepad en verschillende waterbelevingsplekken.
Het Velpepad wordt een overstroombaar wandeltraject dat historische en nieuwe waterbelevingsplekken langs de beek met elkaar verbindt. Het traject maakt gebruik van bestaande trage wegen en stelt historische verbindingen opnieuw open. Wandelaars maken kennis met natuur, landbouw en erfgoed in de vallei. Het wordt geen traditioneel verhard wandelpad, maar een natuurlijke, avontuurlijke route waarbij je alle aspecten van de vallei vanop de eerste rij beleeft.
De eerste projectzone waar de oefening gemaakt zal worden van het Velpepad loopt van de kerk van Hoeleden, langs het centrum van Kortenaken tot aan de Rotemse molen in Halen. Waar nodig plaatsen we wandelinfrastructuur zoals kleine vlonderbruggen, voetgangerssluisen, overstapjes en draadpoorten. We versterken ook het landschap langs de routes door aanplant en onderhoud van kleine landschapselementen.
We bekijken waar langs dit Velpepad verschillende waterbelevingsplekken kunnen komen. Denk hierbij aan elementen zoals een doorwaardbare plaats, een infopunt, rustplekken met uitzicht op de Velpe, een uitkijkplatform of een voetgangersbrug (zoals in het wachtbekken van Hoeleden in Kortenaken).
Deze actie loopt zonder financiële steun van het Water+Land+Schapsproject ‘Wet Nature deVELPment’, maar sluit er wel op aan en wordt verschoven naar de lange termijnacties.
De Vlaamse Milieumaatschappij gaat oeverzones inrichten langs de benedenloop van de Velpe (Glabbeek, Kortenaken en Halen). Deze zones dienen als buffer tussen de waterloop en landbouwpercelen, en helpen om onder meer stikstof, fosfor en sediment op te vangen. Geen overbodige luxe, want de concentraties aan deze stoffen in het water van de Velpe liggen te hoog.
De oevers bieden ook de nodige ruimte voor het herstellen van de natuurlijke huishouding van de waterloop en ze vergemakkelijken het beheer. Daarnaast zijn het groene verbindingen waar heel wat dieren dankbaar gebruik van maken. Ook voor recreanten vormen natuurlijke oevers een meerwaarde.
De Vlaamse Milieumaatschappij houdt hierbij rekening met de doelstellingen die relevant zijn voor de Velpe. Naast de Europese doelen uit de zogenaamde ‘Kaderrichtlijn Water’, zijn dat onder meer de watergebonden biodiversiteit, meer specifiek de bescherming van vissoorten die zich goed thuis voelen in stromend water, het verbeteren van de waterkwaliteit, het inperken van erosie en de landschappelijke en recreatieve functie.
In samenspraak met alle betrokken partners en aangelanden, start de Vlaamse Milieumaatschappij met het uitwerken van een visie om te bepalen op welke plekken er een oeverzone komt en welke functies die daar dient te vervullen. Zo kunnen we ook bepalen hoe de oevers er best uitzien, van een standaard 3-meter grasstrook tot een houtkantbuffer. Vervolgens gaan we over tot het afsluiten van overeenkomsten, eventueel het aankopen van gronden op basis van vrijwilligheid en waar nodig inrichtingswerken.
Deze actie loopt zonder financiële steun van het Water+Land+Schapsproject ‘Wet Nature deVELPment’, maar sluit er wel op aan en krijgt financiële steun van Europa (via de Blue Deal)
Binnen deze actie willen we landbouwers ontzorgen en begeleiden bij de teelt van innovatieve agro-ecologische granen, op maat van hun bedrijf. We staan hen bij met advies, geven inspiratie via demonstratiedagen en stimuleren het uitwisselen van praktijkkennis.
De bedoeling is om meer granen in het landschap te brengen, geteeld op een manier die goed is voor de bodemkwaliteit, koolstofopslag en biodiversiteit. Denk maar aan de bodemleven, bijen en natuurlijke plaagbestrijders. Een klimaatrobuuste manier van voedselproductie, klaar voor de toekomst!
De landbouwers krijgen advies op maat van een externe landbouwadviseur, die samenwerkt met een landbouwonderzoeker. Zij kijken onder meer naar rassenkeuze van de granen, verhoudingen voor de mengteelt met bijvoorbeeld voedererwt of bonen, zaai- en oogsttechnieken, het beste tijdstip om te zaaien, mechanisatie en bemesting…
Daarnaast richt dit project zich op kennisopbouw, samen met projectpartner Praktijkpunt Landbouw Vlaams-Brabant. Door de agro-ecologische praktijkvoorbeelden in Zuid-Hageland te monitoren en demonstraties te verzorgen, doen we aan praktijkonderzoek en kennisuitwisseling.
Tot slot worden lokale afzetmogelijkheden verkend en logistiek uitgewerkt, zodat er een korte ketennetwerk ontstaat met in eerste instantie molenaars en bakkerijen. In tweede instantie kleine mouterijen en brouwerijen. Zo versterken we de band tussen landbouwer, verwerker en consument met regionaal brood van regionale granen, en allerlei evenementen.
Dit project loopt van 2023 tot 2025. Deze actie kadert binnen het PDPO-project (Agro-ecologische granen voor brood, bier, biodiversiteit en bodem) en sluit aan bij de acties binnen het Water+Land+Schapsproject ‘Wet Nature deVELPment’.