Veel soorten zijn bedreigd in hun voortbestaan en het is niet altijd duidelijk wat moet gedaan worden om ze te behouden. Voor deze soorten wordt dan een soortbeschermingsplan, ook wel soortbeschermingsprogramma’s genoemd, opgesteld door wetenschappers en andere organisaties. Zij pluizen uit waarom die soort bedreigd is, wat ze nodig heeft om te overleven en hoe we de bescherming praktisch kunnen aanpakken. Een soortbeschermingsplan kan zowel voor ‘Europees te beschermen soorten’ als voor andere ‘voor Vlaanderen belangrijke soorten’ worden opgesteld.
In Vlaanderen zijn er al enkele van deze plannen opgemaakt. Voor de grauwe kiekendief stelde minister Schauvliege op 21 december 2015 het soortbeschermingsprogramma vast. De grauwe kiekendief staat ook op de lijst van de Vogelrichtlijnen, hierbij zal dan ook het soortbeschermingsprogramma bijdragen om het Europese Natuurdoel van de grauwe kiekendief in Vlaanderen te behalen.
De grauwe kiekendief is voor Zuid-Hageland een symbool van Europees beschermde natuur. Deze prachtige slanke roofvogel wordt af en toe waargenomen in onze regio. De akkerplateaus zijn voor de soort een van de laatste leefgebieden in Vlaanderen. Toch is hij ook hier een zeldzame verschijning. Vroeger was de grauwe kiekendief een vaste waarde in vochtige hooilanden, duingebied en heide- en rietvelden. Bij gebrek aan natuurlijk habitat zijn ze steeds meer gaan broeden in open grootschalige landbouwgebieden. Voor een deel van zijn voedsel is hij aangewezen op gevarieerd, halfopen tot open cultuurlandschap met een rijke flora en fauna. De laatste jaren komt de grauwe kiekendief nauwelijks tot broeden in ons werkingsgebied en wordt hij vooral als trekvogel waargenomen. De meesten reizen door naar Oost-Groningen in Nederland, waar men de grootste populatie van de wijde omtrek kan vinden. Door de Werkgroep Grauwe Kiekendief wordt er in samenwerking met landbouwers en met de hulp van vrijwilligers gewerkt aan de verbetering van het leefgebied en nestbescherming van deze vogels. Dit heeft inmiddels geleid tot een succesverhaal dat navolging verdient in Vlaanderen en in onze regio: eind jaren 80 waren er slechts 3 broedparen over in heel Nederland. Nu maken er gemiddeld 45 paren jaarlijks een nest. In december 2015 keurde minister Schauvliege het soortbeschermingsprogramma voor de grauwe kiekendief goed. In de leemstreek zijn kernzones afgebakend waar de komende jaren veel aandacht zal gaan naar het ontwikkelen van acties voor de bescherming van de grauwe kiekendief. Hierbij zijn Zuid-Hageland en Haspengouw met hun uitgestrekte akkergebieden van cruciaal belang voor de toekomst van deze vogels in Vlaanderen. Dit zal alleen lukken door over de muren heen te kijken, samen te werken met alle actoren en duurzame partnerschappen op te bouwen. RLZH wil hier alvast een steentje aan bijdragen om de grauwe kiekendief een mooie toekomst te bieden in onze regio.
In ons werkingsgebied vind je twee ‘Natura 2000 gebieden’ terug: ’De Wingevallei’ en ‘Haspengouw’. Elk van deze ‘Natura 2000 gebieden’ bestaat uit een aantal deelgebiedjes, verspreid over een grotere oppervlakte. Hiervoor werden op Vlaams niveau natuurdoelen afgebakend om bijzondere leefgebieden en soorten te redden en in een gunstige staat te stellen.
Natura 2000 gebied ‘De Wingevallei’ loopt van aan de regio rond het kasteel van Horst ten zuiden van de E314 tot in Hoegaarden. De Winge en de Motte vormen de levensaders van dit gebied. Het meest zuidelijk deel is het Meldertbos, gelegen in Hoegaarden. Het is een oud bos met prachtige voorjaarsbloeiers in een voormalig kasteeldomein dat grotendeels wordt beheerd door Natuurpunt.
Het Meldertbos is een oud bos met prachtige voorjaarsbloeiers in een voormalig kasteeldomein dat grotendeels wordt beheerd door Natuurpunt.
De ingekorven vleermuis staat aangemeld als te beschermen soort voor de Wingevallei. Ze is bekend van net buiten ons werkingsgebied. Zo zit er een belangrijke kolonie in de kerk van Lovenjoel. Het is zeer waarschijnlijk dat deze dieren ook binnen ons werkingsgebied komen jagen, zoals in Boutersem. Verder onderzoek door vleermuisspecialisten zal dit moeten uitwijzen.
Natura 2000 gebied ‘Haspengouw’ omvat bossen en kalkgraslanden verspreid over Zuid-Limburg en het Zuidoosten van Vlaams-Brabant. Dit gebied met haar glooiende akkers, bloeiende boomgaarden, kastelen en vierkantshoeves wordt ook weleens het Belgische toscane genoemd. In de gemeente Glabbeek, Kortenaken en Zoutleeuw vind je verschillende deelgebieden terug die deel uitmaken van dit Natura 2000 gebied.
In het westen van ons werkingsgebied bevinden zich drie ‘Hagelandse boskernen’ die ook deel uit maken van Natura 2000 gebied ‘Haspengouw’. Ze liggen in Glabbeek en Kortenaken. Ze komen (deels) overeen met het Begijnenbos in Waanrode (Kortenaken), de Valleibossen van Zuurbemde en het Gasthuisbos in Bunsbeek (Glabbeek). De Valleibossen en het Gasthuisbos vormen telkens een complex van oude bossenkernen met o.a. wintereik en haagbeuk en interessante hooi- en graslanden. Het is één van de weinige plaatsen in onze streek waar de wilde narcis voorkomt. Het Begijnenbos in Waanrode is een eeuwenoud prachtig loofbos met in het voorjaar een weids tapijt van bosanemonen en andere voorjaarsbloeiers. Voor de valleibossen in Zuurbemde staat de bittervoorn als te beschermen soort aangemeld. Doel is om de huidige populatie van deze soort in de Velpe in stand te houden door haar leefgebied te behouden en versterken.
In Zoutleeuw vind je een tweede deelgebied te midden van akkers en laagstamboomgaarden: Meertsheuvel. Dit gebied bestaat uit een complex van bloemrijke graslanden, doornstruwelen en andere biotopen die inmiddels zeldzaam geworden zijn in Vlaanderen. Zo vind je hier nog kleinere waardevolle graslanden met een potentieel voor planten zoals bochtige klaver en betonie. Relictbosjes en oude hagen en houtkanten maken het geheel compleet. Meertsheuvel wordt beschouwd als een van de kleinere bolwerken van deze categorie van leefgebied. Diersoorten typisch voor dit gebied zijn eikelmuis, ransuil, geelgors. Bovendien staat de kamsalamander aangemeld als te beschermen soort voor dit gebied. Naast de unieke graslanden ligt er in Meertsheuvel een netwerk van oude veedrinkpoelen en nieuwe poelen die speciaal zijn aangelegd voor de kamsalamander. Voor deze soort wordt ook een speciaal soortbeschermingsprogramma voor heel Vlaanderen uitgewerkt dat in 2017 ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de minister.
Een uniek onderdeel van speciale beschermingszone ‘Haspengouw’ is het Vinne in Zoutleeuw. Het Vinne bevat een aantal mooie types leefgebieden. Het grootste deel, ongeveer 70 ha, wordt ingenomen door een natuurlijk meer. Dit is rijk aan voedingsstoffen en heeft een waterplantvegetatie van grote fonteinkruiden en kikkerbeet. Je vindt er verschillende bijzondere libellensoorten terug. Bovendien herbergt het gebied heel wat mooie moerasvogels. Het zeldzame woudaapje, een klein reigertje, broedt er jaarlijks. De mysterieuze roerdomp, een reigersoort die zeer goed gecamoufleerd is in het riet, wordt er geregeld gezien. Voor veel vogelsoorten, zoals de zwarte stern, is het Vinne een belangrijk ‘tankstation’ tijdens de trek. Op de overgang van het Vinnemeer naar het omringende landschap wordt gewerkt aan extra leefgebied voor de blauwborst.
Decleer, K. (red) (2007). Europees beschermde natuur in Vlaanderen en het Belgisch deel van de Noordzee. Habitattypen | Dier- en plantensoorten. Medeling van het instituut voor Natuur- en Bosonderzoek INBO.M.2007.01., Brussel, 584p
Wil je meer te weten komen over Europees beschermde natuur in Vlaanderen? Raadpleeg dan zeker de bovenstaande websites en boeken!
Regionaal Landschap Zuid-Hageland vzw | Schoolpad 43 | 3300 Hakendover | T 016 81 52 77 | info@rlzh.be | In opdracht van de provincie Vlaams-Brabant | Privacyverklaring