Wat doen de regionale landschappen om de houtkanten te redden?
Veel regionale landschappen ondersteunen gemeentebesturen en landbouwers via hun Loket Onderhoud Buitengebied met het onderhouden van het landschap. Als we onze houtkanten willen behouden, is het onderhoud ervan cruciaal. Want hoe ouder het landschapselement, hoe waardevoller het is op vlak van biodiversiteit en koolstofopslag. Een oude houtkant kan namelijk, net zoals een oud bos, niet zomaar vervangen worden door een nieuwe. Wist je dat sommige houtkanten in onze streek al van de 18de eeuw stammen?
Een eerste stap is meestal de opmaak van een gemeentelijk houtkantenbeheerplan waar samen met verschillende partners aan een visie rond beheer geschreven wordt. Hierin nemen de regionale landschappen de pen op en brengen iedereen rond de tafel.
Maar ook particulieren en landbouwers kunnen advies inwinnen bij hun regionaal landschap. Bij Lage Kempen organiseren we –net als de meeste van onze collega’s- bijvoorbeeld in de winter een samenaankoop voor het onderhoud en de aanplant van houtkanten.
Waarom is draagvlak zo belangrijk bij houtkantenbeheer?
Houtkanten staan vaak op eigendom van landbouwers. Het aanplanten van houtkanten op perceelsgrenzen van akkers en weilanden zal dus voor hen aantrekkelijk moeten gemaakt worden
Dan is het belangrijk dat je inzet op sensibilisatie, kennisverspreiding maar ook dat je financiële tools aanbiedt. In verschillende regionale landschappen lopen samenaankopen voor de aanplant en het onderhoud van kleine landschapselementen. Ook partnerschappen aangaan met bijvoorbeeld Boerennatuur helpt om het draagvlak voor houtkanten te vergroten.
Wat kunnen inwoners doen voor de houtkanten?
Als je een houtkant hebt, is het belangrijk dat je deze regelmatig onderhoudt. In principe zet je om de 10 à 15 jaar per 100 meter 10 meter houtkant af.
Zo krijg je meer variatie in je houtkant en groeien ze niet uit tot bomenrijen.
Waar plant je het best houtkanten aan?
Waar je houtkanten het best aanplant, hangt af van de functie van de houtkant en de omgeving. Wil je bijvoorbeeld aan erosiebestrijding doen, dan plant je best parallel op de hoogtelijnen in het landschap en loodrecht op de ploegrichting van de akker. Wil je een windscherm aanleggen rond een akkerperceel, dan is het nuttig om loodrecht (noord-west) op de dominante windrichting (zuid-west) aan te planten. Om schaduwwerking van het landschapselement te beperken, plant je best noord-zuid.
Houd ook rekening met het omliggende landschap. Zit je pal in weidevogelgebied, dan is het belangrijk om de houtkanten regelmatig te verjongen zodat er geen grote bomen in komen te staan bijvoorbeeld.
Zet verschillende soorten planten zodat je veel variatie hebt en meer soorten aantrekt.
Belangrijke tip is dat je voldoende ruimte moet hebben, minstens 5 meter breedte en dat je kruisgewijs aanplant.
In elk geval kan je bij het regionaal landschap bij jou in de buurt terecht voor tips en advies.
Dankjewel Karel voor dit interview!